De PCJJ zender in het Philips Natlab 1927

PCJJ zender in het Philips Natlab 1927


 Het PHOHI zendergebouw

PHOHI zendgebouw Huizen

 De antennes in Huizen vanuit de lucht, circa 1938

Antennes circa 1938

Huizen, de antennes circa 1938

Antennes circa 1938

 Eén van de eindtrappen van de nieuwe PHOHI zender in Huizen

Eén van de eindtrappen van de nieuwe PHOHI zender

 Fragment zenderschaal Waldorp radio uit 1940

Fragment zenderschaal 1940

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Gordijnantenne

Gordijnantenne

 

 

Kortegolf zendergebouw Lopik in 1959

Zendergebouw Lopik 1959

 Overzicht zenderzaal

Overzicht zenderzaal

 Omroeper Eddy Startz bij een KG zender in Lopik

Omroeper Eddy Startz bij een zender

Anodekring 100 kW eindtrap Brown-Boveri zender

Anodekring Brown-Boveri zender

 Antennebouw KG Lopik

Antennebouw

 Aanleg voedingslijnen tussen zendgebouw en antennes

Voedingslijnen in aanleg


 Kist met zendermateriaal komt aan in Bonaire. Meerder van dit soort kisten waren nodig.

Kist met zendermateriaal komt aan in Bonaire

 Dieselgeneratoren voor de stroomvoorziening van het zendstation in Bonaire

Dieselgeneratoren voor de stroomvoorziening

Bouw zendstation Flevoland eind 1982

Bouw Flevoland eind 1982

Het zendstation Flevoland circa 1988

Het zendstation circa 1988

Overzicht zenderzaal Flevoland

Zenderzaal

 

Een zender. Links de modulator en rechts de HF trap

Zender. Links de modulator en rechts de HF trap

 

Meterpaneel op de eindtrap van een zender

Meterpaneel van een zender

 

HF eindtrap met de grijze eindbuis en rechtsonder de stuurbuis

HF eindtrap met de grijze eindbuis

 

 

 

Gordijnantenne in Flevoland

Gordijnantenne

 Antenne met gevouwen dipool voor ontvangst in Europa

Gevouwen dipool voor Europa

 Antennematrix met rijen grote coax schakelaars

Antennematrix

 

Zicht van de besturingsruimte naar de zenderzaal

Zicht van de besturingsruimte naar de zenderzaal

 

 

 

De stem van Nederland "in den vreemde"


Geschiedenis en ontwikkeling van het zenderpark voor de Wereldomroep

Inleiding

De ontwikkeling van radio voor lange afstand ontvangst werd in Nederland vooral gedreven door de wens van directe verbindingen met de koloniën. De telegrafie en telefonie ontwikkelingen zijn vermeld in het venster "Stemmen op de Veluwe".
Hieronder wordt de ontwikkeling van de omroepzenders voor ontvangst in de hele wereld beschreven.


Uitzenden voor de koloniën

De student Johan Numans liep rond met het idee een sterke omroepzender te bouwen om Indië mee te kunnen bereiken. Als stagiair kwam hij op 20 juli 1925 te werken bij het Natuurkundig Laboratorium (NatLab) van Philips. Zijn mentor daar was Balthasar van der Pol, het hoofd radio onderzoek van het Natlab. Na een aantal stappen was de ontwikkeling op 11 maart 1927 zover dat er een proefuitzending kon worden gedaan. Zonder publiciteit vooraf ging de zender met 15 kW vermogen in de lucht, met de boodschap "Dit is een proefuitzending van het Philips laboratorium in Eindhoven, Nederland, op een golflengte van 30,2 meter".
Numans en van der Pol wisten niet precies wat ze konden verwachten.

Op 12 maart kwam er bij Philips een telegram uit Bandoeng binnen met de tekst: "Philips Eindhoven uw kortegolffoon schitterend de Groot Bandoeng". Het succes was wereldnieuws.
Anton Philips zag direct mogelijkheden. Met de zender zouden Nederlandse programma's naar Indië kunnen worden uitgezonden waardoor er een markt zou ontstaan voor duizenden kortegolfradio's. Hij kreeg voor elkaar dat Koningin Wilhelmina op 1 juni 1927 rechtstreeks via de kortegolfzender tot de landgenoten in "Oost- en West-Indie" sprak.


PHOHI zendstation Huizen

Als gevolg van het succes van de uitzendingen vanuit het Natuurkundig Laboratorium richtte Philips op 18 juni 1927 samen met andere ondernemingen de N.V. Philips Omroep Holland – Indië (PHOHI) op.
De proefzender uit Eindhoven, met de roepletters PCJJ , werd om een eind te maken aan de storingen op andere experimenten, verplaatst van Eindhoven naar het terrein van de Nederlandse Seintoestellen Fabriek (NSF) te Hilversum.
Ondertussen bouwde de NSF samen met Philips een groot kortgolf zendstation in Huizen. Dit PHOHI zendstation begint in januari 1929 met reguliere uitzendingen.


Het zendstation was zeer populair, niet in het minst door de omroeper Edward (Eddy) Startz. Eddy sprak vloeiend 7 talen en werd in 1928 als vertaler aangesteld bij Philips. Eind 1928 begon hij het wereldberoemde Happy Station programma voor de PHOHI.
Hij ontwikkeld zich tot de eerste diskjockey ter wereld en praat op een vlotte manier de muziekopnamen aan elkaar. Na de oorlog kwam hij in dienst van de Wereldomroep.

Luister naar enkele fragmenten uit de jubileum uitzending 25 jaar Happy Station:
 
 
 

Vergunningstechnisch was het een wat vreemde constructie. Een commercieel zendstation in Nederland waar alleen omroepverenigingen programma's mochten maken die alleen de Nederlandse Omroepzender Maatschappij (Nozema)  mocht uitzenden.  Door omroeppolitieke oorzaken was de PHOHI dan ook uit de lucht van medio 1930 tot eind 1932.

Om uitzendingen te kunnen richten naar verschillende werelddelen werd in Huizen in 1937 een grote draaibare antenne gebouwd bestaande uit twee 60 meter hoge houten masten met verticale dipolen daaraan voor de frequentie 9,59 MHz.

In datzelfde jaar was een nieuwe PCJJ zender, die inmiddels door internationale afspraken de roepletter PCJ had, gereed  in Eindhoven en verplaatst naar Huizen. Deze zender met een vermogen van 60 kW was destijds de sterkste kortgolfzender in Europa. De PCJ zender was voorzien van twee eindtrappen. Eén 9,59 MHz en de andere voor 15,22 MHz. De andere zender in Huizen, gebouwd door de NSF, produceerde circa 50 kW.
In 1940 werd het zendstation Huizen door oorlogshandelingen onklaar, maar met geringe schade. Van 1941-1944 werd een gerepareerde zender door de Duitse bezetter gebruikt voor propaganda-uitzendingen gericht op Zuid-Azië.

In het najaar van 1945 was de PCJ zender na wat kleine reparaties weer operationeel en uit beschikbare onderdelen stelde de NSF 2 stuks 5 kW zenders samen. De programma’s van "Radio Herrijzend Nederland" werden met deze 3 zenders uitgezonden.

 


Oprichting Radio Nederland Wereldomroep

De stichting Radio Nederland Wereldomroep (RNW) is opgericht op 15 april 1947.
De doelstellingen waren:
- Het verzorgen van gerichte radioprogramma's voor landgenoten overzee; zowel in voormalige als nog bestaande Nederlandse gebiedsdelen en voor Nederlanders overal ter wereld, vooral emigranten en zeevarenden.
- Het kweken van "goodwill" voor Nederland en het Nederlandse product in het algemeen in alle delen der wereld, vooral in de ontwikkelingsgebieden.

Hiermee werden de uitzendingen bestemd voor de hele wereld  een taak voor de publieke omroep en Nozema werd verantwoordelijk voor het zenderpark.

Het zenderpark in 1951

Om direct na de oprichting van RNW te kunnen uitzenden gebruikte Nozema een aantal bestaande zenders en bouwde in 1949 een tijdelijke zender op hun terrein in Lopik waar de middengolfzenders voor Hilversum 1 en 2 al stonden.
Het zenderpark ten behoeve van de Wereldomroep was in 1951 dan als volgt:


In Kootwijk werd een van de daar aanwezige PTT zenders gehuurd. In Huizen kon men gebruik maken van het daar aanwezige voormalige PHOHI zendstation.

Soorten zendantennes voor de kortegolf

Om de verschillende gewenste gebieden te bereiken worden voor de kortegolf omroep verschillende soorten zendantennes gebruikt. Hier een korte toelichting op de verschillenden soorten.

Rondstraalantenne
Dit antennetype straalt in het horizontale vlak naar alle richtingen en is samengesteld uit 1 of meer dipolen opgehangen aan palen. De constructie is zodanig dat de meeste energie schuin omhoog wordt uitgestraald en het signaal na terugkaatsing in de ionosfeer op een afstand van 100 tot 1500 km terug is op de aarde. Goed dus om landen in Europa te bereiken.

Ruitantenne
Deze antenne bestaat uit een aantal horizontale draden in de vorm van een ruit op palen. De antenne is breedbandig en kan in twee tegenover elkaar liggende richtingen uitzenden.  De niet gebruikte zendrichting wordt afgesloten met een weerstand. Door met een schakelaar het voedingspunt en de weerstand te wisselen draait de zendrichting 180°

Gordijnantenne
Gordijnantennes zijn qua afmetingen het grootste van alle gebruikte antennes en bestaan uit een aantal hoge (80-100m) masten met daartussen een stelsel van dipolen. De richtwerking van deze antennes is het grootste en daarom geschikt om de meest verafgelegen gebieden te bereiken. De richting kan door omschakelen ongeveer +/- 30 graden worden gedraaid. Dit soort antennes is in principe maar geschikt voor 1 frequentie.

KG zendstation Lopik

Vanaf 1948 worden plannen gemaakt voor een nieuw zendstation dat alle bestaande zenders vervangt.
Dat resulteert in de bouw van het KG zendstation Lopik, naar een ontwerp van de Merkelbach en Elling. De naam Lopik is gebruikelijk voor dit zendstation, hoewel het in de gemeente IJsselstein ligt.
De bouw start in 1953 met de aanleg van 1100m (!) weg op een 65 hectare groot terrein. In september 1954 wordt de eerste steen voor het gebouw gelegd en in 1960 is alles gereed.


De zenders
Er komen in totaal 4 zenders van 100 kW, 1 van 50 kW en 1 van 10 kW. Die laatste is vast afgestemd op 6020 kHz en bedient met een rondstraalantenne West Europa.
Alle andere zenders zijn afstembaar door een z.g. palknoppen systeem. Hiermee worden met enkele handelingen de verschillende kringen op de vooraf bepaalde stand ingesteld.

De 50 kW zender heeft waterkoeling, de andere zenders luchtkoeling. Op een 100kW zender na zijn alle zender zijn van fabricaat Philips Telecommunicatie Industrie (PTI) in Hilversum. Die 100 kW zender is van de Zwitserse fabrikant Brown-Boveri.


De zendantennes
Het antennepark is ontworpen en gebouwd door PTT. In 1955 startte de bouw van een rondstraalantenne, 9 ruitantennes en 10 gordijnantennes. De 10 kW zender was met een antenneschakelaar verbonden met de rondstraalantenne.

Om de andere zenders met verschillende antennes te kunnen verbinden en de gordijnantennes te kunnen richten waren nog 96 omvangrijke antenneschakelaars nodig. Alle schakelaars werden vanaf een lessenaar in het zendgebouw op afstand bediend.

Vanaf november 1956 kwamen de verschillende zenders en antennes geleidelijk in bedrijf en werden de zenders in Huizen en Kootwijk buiten gebruik gesteld. Het duurde tot maart 1958 om alle oude zenders uit te schakelen. Het PHOHI zendstation in Huizen werd daarna gesloopt.
In de loop der jaren zijn er meerdere wijzigingen en uitbreidingen aan het antennepark in IJsselstein uitgevoerd.

Om te onderzoeken of het bereik van het zendstation voldeed aan de verwachtingen werden op meerdere plaatsen op de wereld ontvangstrapporten opgesteld. Hier als voorbeeld het eerste blad van een rapport uit Hollandia op Nieuw-Guinea:

 
(Klik op de afbeelding voor vergroten)


RNW zendstations  Bonaire en Madagaskar

Het bereik van RNW werd in 1969 vergroot met eigen relaiszenders op Bonaire en in 1973 op Madagaskar. Beide zendstation waren in principe gelijk van opzet, met ieder 2 Philips zenders van 300 kW. In de loop der jaren zijn de zenders vervangen door modernere van ander fabricaat.

Omdat de energievoorziening op het eiland Bonaire te weinig capaciteit had kreeg het zendstation een eigen energievoorziening met grote Caterpillar dieselgeneratoren. Hierdoor kon op het zendstation de netspanning 220V zijn, terwijl het eiland Bonaire 127V netspanning had.

Na het beëindigen van de kortegolfuitzendingen door de Wereldomroep is het zendstation Bonaire afgebroken en is het station op Madagaskar overgedragen aan Malagasy Global Business (MGLOB), dat zendtijd verhuurt aan vele internationale omroepen zoals de BBC World Service.


KG zendstation Flevoland

Omdat de zenders in IJsselstein aan het eind van hun levensduur komen en er door een steeds vollere korte golf behoefte is aan grotere zendvermogens worden plannen ontwikkeld voor een nieuw zendstation.
Uiteindelijk wordt er een plek gevonden in de dan nog vrij lege Flevopolder, in de gemeente Zeewolde. Het zendstation komt op enkele kilometers van het dan al bestaande middengolf station.
Het vinden van een geschikte opstelplaats ergens in Nederland viel zeker niet mee. Er werden in 1980 in de Tweede Kamer zelfs vragen over gesteld.
 
 (Klik op de afbeelding voor vergroten)


Eind 1979 worden offertes aangevraagd bij 5 leveranciers en uiteindelijk wordt medio 1980 voor zenders en antennes van AEG gekozen. Naast allerlei andere aspecten speelt het rendement van de zenders een grote rol bij de keuze. AEG zenders zijn ruim 15% zuiniger dan anderen.
Bij de exploitatie van een dergelijk zendstation is de stroomrekening de grootste kostenpost, de aansluitwaarde  op het elektriciteitsnet bedraagt 4500 kW.

Het zendstation krijgt 4 zenders van 500 kW uitgangsvermogen en een gemeenschappelijke reserve zender van 100 kW. Elk van deze zenders is via coaxkabels van respectabele afmetingen verbonden met één van de 19 antennes.
Eind 1983 is het gebouw gereed, en zijn de eerste 3 zenders geleverd. De antennes zijn dan nog in aanbouw. Het gebouw wordt verwarmd door de restwarmte van de zenders.

In 1987 bestaat de Wereldomroep 40 jaar en in dat jaar vindt in mei de officiële opening plaats. Het zendstation is dan al 2 jaar in (proef)bedrijf.


De zenders
Elke zender bestaat uit twee grote kasten, de modulator en de hoogfrequent trap.
De modulator is gelijk aan die van de middengolfzenders verderop in de polder en levert de anodespanning voor de hoogfrequent eindtrap. Deze anode spanning varieert met het toegevoerde audio en zo ontstaat uiteindelijk de gewenste amplitude modulatie. Voor energiebesparing wordt in de modulator Puls Duur Modulatie (PDM) toegepast. Het audio wordt omgezet in een pulsduur gemoduleerd signaal en stuurt een schakelbuis aan die in serie geschakeld is met de voedingsspanning voor de HF eindbuis. Dit geeft zo'n 10% hoger rendement dan conventionele klasse B modulatie. De schakelbuis is van hetzelfde type als de hoogfrequent eindbuis.
De transformator voor de hoogspanning van de eindtrap bevindt zicht in een aparte ruimte buiten de zenderzaal en wordt gevoed uit het 10kV net. De wisselspanning wordt dan in de modulatorkast gevoerd waarin zich de gelijkrichter bevindt.


 Op een informatie paneel op de zender is globaal het schema van de zender aangegeven.
 
(Klik op de afbeelding voor vergroten)


V1 is de PDM buis, V301 is de hoogfrequent stuurbuis en V401 de eindbuis.
De zendbuizen worden met water gekoeld. In de buis wordt het water stoom, maar condenseert weer tot water voordat het de buis verlaat. Dit systeem vergt minder waterdoorstroming dan een systeem waar het water niet in stoom wordt omgezet.

De afgestemde kring in de eindtrap bestaat uit een afstembare spoel (de ronde koperen buizen op de foto) en een instelbare vacuümcondensator (onder op de foto achter de zendbuis). De afstemming gaat met behulp van servomotoren, die automatisch de meest optimale positie kiezen.

Bij onderhoud van een zender wordt de uitgang naar een kunstantenne geschakeld. Dit is een weerstand van 50? die de 750 kW vermogen dat de zender bij volle modulatie levert omzet in warmte. De weerstand is opgebouwd uit vele "weerstandmatjes" die in serie en parallel zijn geschakeld. Met een ventilator wordt er lucht doorheen geblazen en de warmte naar buiten afgevoerd. Het geheel vult een vertrek naast de zenderzaal.


De zendantennes
De antennes zijn compact gebouwd, in 3 "straten" en voor  Europa in 2 "cirkels". Daardoor is het totale terreinoppervlak veel kleiner dan van het oude KG zendstation in IJsselstein.
Er zijn 17 gordijnantennes van verschillende grootte opgehangen aan vakwerkmasten van 40 tot 120 m hoog. Verder zijn er 2 gevouwen dipool antennes voor bereik binnen Europa.

De zenders en antennes zijn via coax leidingen verbonden met een antennematrix, een samenstel van grote coaxiale schakelaars. Via deze matrix wordt de gewenste zender / antenne combinatie gekozen.
Bij de antennes gaat de asymmetrische coax leiding over in een symmetrische leiding voor het aansturen van de antenne.


Besturing en bewaking
Per dag was er een groot aantal uitzendingen in verschillende richtingen en op verschillende frequenties. Er moesten daarom vele schakelhandelingen worden verricht.  Daarom was bij het ontwerp van het zendstation het uitgangspunt dat het wisselen van frequenties en antennes moest gebeuren zonder direct menselijk ingrijpen. Er hoefden dan ook geen mensen aanwezig te zijn tijdens de uitzendingen. Het zendstation Flevoland was het eerste onbemande grote zendstation in Europa. Dit werd mogelijk door het gebruik van computer besturing. Heel modern, in de tijd voordat de PC bestond. Het computersysteem maakte het mogelijk dat RNW het zendschema voor enkele maanden programmeerde.  Bij storingen werd de reservezender ingeschakeld en gemeld op de terminal in het Nozema bedieningscentrum in Lopik.
 

Het einde van de uitzendingen

Op 27 oktober 2007 was de laatste uitzending van de Wereldomroep via het zendstation Flevoland.
In de laatste uitzending werd het personeel van het zendstation bedankt voor de jarenlange samenwerking zoals u kunt horen via de volgende link:
https://www.omroepzendermuseum.nl/nl/nieuws-archief/18-einde-omroepuitzendingen-via-de-korte-golf-vanuit-nederland

Door van regeringswege opgelegde bezuinigingen ging het aantal uitzenduren van RNW flink terug en hiervoor gebruikte RNW de diensten van  zendstations elders in en buiten Europa.
In 2013 stopt RNW definitief alle uitzendingen op de kortegolf.

In plaats van de Wereldomroep is RNW Media opgericht. Dit is een organisatie die zich online richt op jongeren in landen waar de vrijheid van meningsuiting is beperkt en waar geen persvrijheid heerst.


Bronnen


- Archief Omroep Zender Museum zowel informatie als afbeeldingen
- Spanne en spanningen door W. Vogt. 1958.  De veertigjarige geschiedenis van de Philips’ Telecommunicatie Industrie voorheen Nederlandsche Seintoestellen Fabriek
- Philips Telecommunication Review Vol.19, No.3
- https://www.philips-historische-producten.nl
- Diverse internetbronnen
 
Meer informatie over:
- Johan Numans: OZM Nieuwsbrief 42